De perimenopauze in zonder rosé olé...
(Of: hoe ik mijn favoriete drankje vaarwel zei)
Vandaag ben ik meer dan anderhalf jaar alcoholvrij.
En geloof mij: ik heb toen afscheid genomen van een hele dikke vriend.
Zo eentje die er altijd was — bij feestjes, bij vreugde, bij verdriet.
Op een terras, op vakantie, op citytrip met vriendinnen en zéker bij kaas.
Mijn Pandora-armband had zelfs een glas wijn als hanger (cadeau van mijn vriendinnen — no kidding).
Het begon nochtans niet als een grote beslissing.
Meer een experiment. Een stille afspraak met mezelf.
Ik sliep al slecht, en met alcohol werd het een ramp.
De katers werden zwaarder met ouder worden.
Ik begon ’s nachts te zweten alsof ik een marathon had gelopen.
Een avond doorzakken in het weekend? Daar had ik minstens drie dagen last van.
Ik was al eens eerder gestopt, een paar maanden.
Want na één glas wijn veranderde ik in een soort vleermuis tijdens de nacht.
Wakker worden om 03:00, klaarwakker, brein op hol.
Netflix op. Dan weer af. Draaien. Zuchten. Wachten tot de wekker ging.
Zonder alcohol was dat anders: ik werd nog steeds wakker, maar ik kon weer inslapen.
Dat was zo'n verademing dat ik dacht: ik hou het vol. Tot ik me echt helemaal beter voel.
Even ter verduidelijking: ik was een sociale drinker met hier een daar een uitspatting als ik niet moest rijden.
Geen problematisch gedoe, geen zwarte gaten, wel af en toe een kater.
Gewoon iemand die genoot van een paar goede glazen wijn op een feestje of op een terras.
Net daardoor voelde stoppen soms overdreven. Of lastig uit te leggen.
Damn.
Ik zat al acht maanden zonder alcohol toen we gingen skiën.
Overal parelende glazen, après-ski in volle gang. Foute muziek, dansmoves under attack.
En ik… met mijn bruiswater.
Nuchter in de après-ski dat gaf kortsluiting: Dat voelde alsof ik op een trouwfeest stond in een fleece en wandelschoenen.
Met rosé was het daar al véél gezelliger — al had ik tijdens de hele skivakantie een rosékater van jewelste.
Toch bleef dat zaadje in mijn hoofd zitten.
Elke keer dat ik dronk en daarna wakker lag.
Elke keer dat ik me de dag erna bleker, vlakker voelde.
En dan dat stemmetje: “Wat als ik het gewoon een tijdje niet doe?”
Dus begon ik opnieuw.
(Al geef ik toe: het duurde tot na de volgende skivakantie. Ik ski niet eens. Ik vul gewoon de hoop aan.)
Ik heb leren skiën als volwassene, en geloof mij: ik heb ooit zo hard geroepen op die berg dat er bijna een lawine van gekomen is. Officieel heb ik nu een skigebied-verbod.
Geen dramatisch afscheidsritueel van alcohol. Geen grote verklaringen op sociale media.
Gewoon: niet meer drinken.
Tijd vliegt, maar elke dag moet eerst passeren. Dus ik deed het dag per dag.
De eerste keren de wijnrayon passeren in de supermarkt — bijna met tranen en trillende lip.
De eerste zomervakantie zonder rosé — alsof je gedumpt bent door je eerste lief en hij nog op elk terras zit te lachen met een ander.
Maar dagen werden weken. Weken werden maanden.
En nu anderhalf jaar later… denk ik er niet meer aan.
De goesting gaat echt liggen en het gemis gaat weg.
Al moet je wél door alle “eerste keren” heen: eerste keer op vakantie, eerste keer kerst, eerste keer verjaardag zonder glas.
Maar daarna… wordt het normaal.
Wat ik eerst miste?
Het eerste glas.
Het verdoven van stress.
De gezelligheid bij een etentje.
Het gevoel dat alles nét iets losser wordt na één glas.
(En dat het daarna bergaf gaat, maar dat vergeet je dan weer.)
Wat ik nu mis?
De illusie dat ik supergoed kan dansen.
Wat ik won?
Slaap.
Rust in mijn hoofd. Nooit meer onderhandelen met mezelf dat ik enkel in het weekend mocht drinken.
Fitter in lijf én kop.
Een lever die zachtjes “merci” zegt.
Het gevoel dat ik echt aan sta — ook zonder drank.
Geen katers.
Geen gemiste ochtenden. Extra lange en productieve weekenden.
Geen wazige selfies.
Geen gênante berichten.
Geen filmpjes of foto’s meer waarvan ik dacht dat ik kei goed aan het dansen was. Zoals in Footloose. Of Fame.
En oh ja — geld.
Een restaurantbezoek en de boodschappen zijn ineens stukken goedkoper. Al heb ik die besparing ondertussen al vakkundig omgezet in schoenen, antirimpelcrèmes en yogamat-broeken.
Was het gemakkelijk?
Absoluut niet.
In een wereld waar alcohol nog altijd koning is, sta je zonder glas soms een beetje buiten het hof.
Ik kreeg ooit voor m’n verjaardag een spreukenbord met “Het is elke dag wijndag” of “Mama zijn gaat beter met wijn”.
Lachen natuurlijk — maar als je besluit om niet te drinken, krijg je plots meer commentaar dan toen je wel iets te diep in het glas keek.
Alsof je feestvreugde in gevaar brengt door voor jezelf te zorgen.
Maar goed, ik ben steeds blijven kiezen voor mezelf ook al kreeg ik commentaar.
En daar ben ik trots op.
Perimenopauze zonder rosé is echt een aanrader.
Ik vier nu anders en met de voldoening dat ik iets heb gedaan waar mijn lijf elke dag een beetje blijer van wordt.
Met alcoholvrij bier of een mocktail in een écht glas (de markt is écht geëvolueerd). Maar ik feest nog steeds, alleen ga ik tegenwoordig wat vroeger naar huis.
Vroeger bleef ik plakken tot ik mijn verhaal voor de derde keer aan iedereen had verteld,
nu vertrek ik zodra de gesprekken traag worden en een verhaal voor de derde keer hoor.
Ik ben vooral blij dat deze fase achter de rug is.
Dat ik me nu enkel nog moet focussen op m’n voeding, m’n yogamat en m’n kalkoennek.
(En dat is al meer dan genoeg, geloof mij.)
Maar ik ben élke ochtend fris. Een helder en uitgerust hoofd.
Nu nog iets vinden aan het uitstellen, maar dat is werk voor morgen.
Zin om het zelf eens te proberen?
Niet voor altijd. Niet perfect.
Gewoon even kijken hoe het voelt om wakker te worden zonder kater én zonder schuldgevoel.
(En zonder filmpjes waarin je denkt dat je in Footloose zit.) Wie weet: ontdek je nog massa's andere voordelen net zoals ik.